Voorbeeld hoofdstuk - Kindertijd
Kindertijd
Over mijn bijnaam, spijbelen van de zondagsschool en mijn liefde voor taal.
Op 21 juli 1931 zag ik voor het eerst het levenslicht. Of beter gezegd, het water. Want waar je ook keek, Monnickendam (toen nog Monnikendam) was omgeven door water. De eerste blik van mijn moeder toen ze mij in mijn armen hield, kan ik mij echt niet meer herinneren. Maar ik weet zeker dat ik binnen enkele seconden al een glimp opgevangen moet hebben van het water, gezien ons huis vlak aan de waterkant stond.
Spikkel
Mijn moeder was nooit zo’n prater, zelf niet bij mijn geboorte. Maar mijn vader heeft mij meerdere keren laten weten dat ze eerst een paar minuten stil was, gebiologeerd naar mijn gezicht keek en daarna zei “Oh, hij heeft een paar spikkels!” Hiermee bedoelde ze de drie kleine pigmentvlekjes op mijn voorhoofd. Daarmee was ook gelijk mijn bijnaam geboren: Spikkel. Ik zou je rustig kunnen vertellen dat deze naam vaker werd gebruikt dan mijn eigen naam, Jan. Thuis, op school en in de haven, moesten ze mij hebben. Dan werd er ‘Spikkel!’ geroepen, alsof ze nimmer mijn echte naam hebben gekend. Ik heb het nooit erg gevonden, er kleeft een prachtige herinnering aan vast en ik zie het als een extra cadeautje van mijn moeder. Tegenwoordig word ik nog heel soms Spikkel genoemd door Erica, als ze mij kwijt is in de supermarkt. Want ik kan je garanderen dat er eigenlijk maar één Spikkel is. En dat ben ik.
Stiekem roken
Met mijn geboorte werd een gezin van drie aangevuld tot vier. Mijn moeder Rika, mijn vader Stijn, zus Saartje en ik. Vader was weinig thuis, hij werkte hard en veel in de haven. Zelfs op zondagen moest vader dikwijls in de weer om te helpen met de schepen lossen. Vaak bleef hij ook lange avonden weg, dan hoorde ik moeder mopperen dat hij weer zo laat was. Vader trok hier zich weinig van aan, wat regelmatig een kibbelpartij tot gevolg had. Wat moeder niet wist is dat vader stiekem in de leer was gegaan bij een palingroker in de haven. Daar bleek hij toch aardig goed in te zijn. En zo had vader ineens twee banen, in de vroege uren mee met de palingvisser, overdag ladingen lossen in de haven en in de avond weer terug naar de visser om de palingen te roken in de ton. Saartje en ik sliepen meestal al wanneer vader thuiskwam van zijn drukke dag. Maar de geur van de haven en de gerookte palingen in zijn kleding was zo sterk dat ik altijd precies wist wanneer hij er was. De geur was geen pretje, maar wel vertrouwd. Pas wanneer ik dit kon ruiken, sliep ik echt in.
Tegenwind op zondag
Moeder bleef thuis om voor Saartje en mij te zorgen. Nooit hoorde ik haar klagen over dat vader altijd weg was, of dat ze het zwaar vond om er alleen voor te staan in het huishouden.
-3-
Ik denk dat ze haar rustmoment pakte wanneer Saartje en ik op zondagmiddag naar de zondagsschool gingen. Toentertijd heel normaal, maar bij ons totaal geen favoriet onderdeel van de zondag. De zondagsschool was op loopafstand, maar op een of andere manier hadden we altijd tegenwind. Op de heen- én terugweg. De verhalen waren langdradig en je kwam altijd met een flinke portie huiswerk weer terug. Een van de zusters had door dat ik alleen mijn mond bewoog bij het zingen, toen ze tijdens een van de liederen tussen de groep liep en niets uit mijn keel hoorde komen. Mocht ik enkele weken lang elke keer alleen een liedje zingen. Geen succes dus. Maar ik deed het ook voor moeder, het geloof was voor haar een belangrijk onderdeel van het leven. En ik gunde haar een moment voor zichzelf of samen met vader op de zondagmiddag.
Bij de bijeenkomst voor de zondagsschool werd er altijd gecollecteerd. Moeder gaf ons altijd netjes wat geld mee. Op een dag had Saartje de bokkenpruik op, ze had er geen zin meer in. Ze was even helemaal klaar met de zondagsschool. Ik ben altijd slecht geweest in liegen, dus ik had niet tegenover de zusters kunnen verklaren waarom Saartje er niet was. Toen hebben we besloten om samen een paar uur lang rond te zwerven in het dorp. Maar welke straat we ook inliepen, we bleven maar tegenwind houden voor ons gevoel. Alsof de duivel ermee speelde. Het geld ging op aan de kauwgomballenautomaat van de kruidenier. Voor mijn gevoel hebben wij daar uren staan kauwen op die dingen. En om de paar minuten maar aan elkaar vragen of we niet overdreven naar zoetigheid zouden ruiken en of de tongen niet verkleurd waren.
Het duurde niet lang voordat moeder ontdekte waar we werkelijk waren geweest die dag, een van de zusters had al contact met haar opgenomen om te vragen waarom Saartje en ik niet aanwezig waren. Toen we maandag in de middag van school kwamen, stond ze ons al op te wachten. Handen in de zij en gezicht op onweer. Saartje en ik hebben allebei een goede klets voor de oren gehad. Verder kregen we niets meer, want we moesten zonder eten naar bed. En van de zuster kregen we nog honderd strafregels. Saartje en ik hebben er zelfs nooit meer aan gedacht om de zondagsschool over te slaan, hoe vervelend we het ook vonden.
Taal boven cijfers
Op school kwam ik prima mee. Ik ben nooit blijven zitten en naar mijn idee heb ik ook nooit een rapport met hele slechte cijfers gekregen. Natuurlijk had ik zo wel mijn voorkeuren voor bepaalde vakken. Rekenen was absoluut niet mijn favoriet, ik had meer met taal. Ik kon mezelf urenlang vermaken met de boeken van De Kameleon. Vaak bleef ik radeloos voor mij uit staren wanneer wij tijdens het rekenen zelf aan het werk moesten om de opgaven te maken. Ik begreep de logica vaak niet. Mevrouw Richt, mijn juf in de tweede klas, hielp mij altijd heel lief. Wanneer de rest aan de slag ging met het telraam, pakt zij haar beurs en legde ze mij de sommen uit door middel van muntstukken. Hoe effectief deze aanpak ook was, de liefde voor getallen is nooit gekomen. Alles wat met cijfers te maken heeft, laat ik liever aan een ander over.
Op maandagmiddag hadden wij altijd een dictee. Voor mij was dit een fantastisch begin van de week, want ik wist dat ik weer een grote krul op deze pagina zou krijgen. Ik heb het zelfs voor elkaar gekregen om een heel schrift lang geen enkele fout te maken. Het schriftje is helaas vergaan, maar ik heb nog wel twee bladzijden kunnen bewaren. Deze heb ik laten inlijsten. Ze hingen altijd aan de muur van mijn lerarenkamer. Want hoe graag mijn vader ook wou dat ik bij hem in de haven kwam werken, ik heb toch gekozen voor mijn liefde voor de taal. Zo ben ik uiteindelijk leraar Nederlands geworden in het middelbare onderwijs.
-4-
Laat ons uw biografie schrijven
Kunnen wij u helpen met het schrijven van uw biografie om zo de belangrijke herinneringen en persoonlijke verhalen niet verloren te laten gaan? Neem dan contact op met onze schrijvers via het contactformulier. Door ons uitgebreide netwerk is er altijd een van onze schrijvers bij u in de buurt.
Leg uw persoonlijke geschiedenis vast
Laat iets unieks en moois achter voor uw dierbaren